Soorten
Er zijn verschillende champignon soorten zoals de Witte champignon en de kastanjechampignon. De bekendste is de Witte champignon, ook wel de Parijse champignon genoemd.
Bewaren
Voor champignons geldt: hoe verser, hoe beter. Zoek naar champignons met een goede kleur en vermijd beschadigde, gekneusde of aangetaste exemplaren. Eventuele lamellen moeten vers zijn en rechtop staan.
Haal de champignons uit de plastic verpakking en bewaar ze in een papieren zak in de koelkast. Champignons blijven groeien na de oogst en kunnen in plastic verpakkingen vochtig worden. In een papieren zak wordt het vocht geabsorbeerd en blijven de paddenstoelen langer vers. Champignons blijven ongeveer een week goed.
Schoonmaken
Geweekte champignons hoeven niet gepeld te worden. Maak zowel de hoed als de steel schoon met een keukenpapiertje. Was ze niet, dit kan de smaak beïnvloeden.
Bereiden
De champignon is een veelzijdig ingrediënt dat veel gerechten op smaak brengt. Ze kunnen worden gebruikt bij vlees, in soepen, sauzen, stoofschotels, roerbak gerechten, omeletten, taarten, salades en op pizza's. Ze kunnen op de barbecue, geroerbakt, gebakken, gegrild, gefrituurd of gepocheerd worden. Rauw kunnen ze met een dip of in salades worden geserveerd.
Smaak
Champignons hebben een unieke smaak, vaak omschreven als aards en umami-rijk. Ze hebben een milde, nootachtige smaak met een vleugje zoetigheid. Wanneer ze worden bereid, kunnen champignons een sappige en vlezige textuur krijgen, wat hun culinaire veelzijdigheid nog groter maakt.
Champignons hebben van nature geen overheersende smaak, maar ze kunnen wel andere smaken in een gerecht versterken en aanvullen. Daarom worden ze vaak gebruikt als ingrediënt in een verscheidenheid aan gerechten, van soepen en stoofschotels tot pasta en salade.
Gezond
Champignons zijn een goede bron van biotine en pantotheenzuur, een bron van voedingsvezels, niacine, riboflavine, vitamine B6, koper, fosfor en selenium, en bevatten een aanzienlijke hoeveelheid kalium.